Wie was Alexander Rueb?

(*27.12.1882  †2.02.1959 Den Haag)

Mr. Alexander Rueb was een van de oprichters van de Fide in 1924 en de eerste President van de FIDE in 1925.

Mr. Rueb is 25 jaar lang president van de Fide geweest van 1924 tot 1949.

Hij was advocaat van beroep en procureur bij de Hoge Raad, een amateur schaakspeler echter wel spelend in de hoogste klasse van Nederland

en hij schreef schaakboeken over eindspelstudies.

Tot 1924 verzorgde hij ook de eindspelrubriek in het Tijdschrift van de Nederlandsche Schaakbond.

In het laatste deel van zijn leven, van 1947-1955 schreef hij in 5 delen "De Schaakstudie" en nog eens 5 delen "Bronnen van de Schaakstudie".

De belangrijkste inhoud is opgenomen in "De Schaakstudie". Aanvullende voorbeelden zijn opgenomen in "Bronnen".

 

Hij was ook een groot verzamelaar van schaakboeken.

De schaakboekencollectie van de Alexander Rueb stichting is nu ondergebracht in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam.

Alexander Rueb werd in 1920 voorzitter van de oudste nederlandse schaakclub DD (Discendo Discimus) uit Den Haag,

waar hij het Nationaal SchaakGebouw (NSG) aankocht met dezelfde bedoeling als het huidige MaxEuwe centrum. In 1922 werd hij voorzitter van de KNSB.

 

De naam van ons voormalige maandblad EBUR is een anagram afkomstig van: Rueb wat u vast wel had kunnen raden ...

 

Ook Ralph Binnewirtz schrijft een artikel over hem.

 

 

 

Bronnen van de Schaakstudie;        De Schaakstudie Deel I

         A.Rueb 1953.

 

 

Bestuur DD 1912, Met A. Rueb linksboven.

 

 

 

Uit het decembernummer 1952, van het Tijdschrift van de KNSB.

 

Mr. A. RUEB 70 JAAR!

Op 27 December a.s. hoopt mr. A. Rueb zijn 70ste verjaardag te vieren. Indien van iemand getuigd kan worden, dat hij al zijn beschikbare tijd aan Caïssa gewijd heeft, geldt dit stellig voor mr. Rueb.

De a.s. jubilaris was reeds als leids stu­dent een ijverig beoefenaar van ons edele spel en had daarin weldra een behoorlijke hoogte bereikt. Maar niet alleen het spel trok hem aan, ook voor de schaakorganisatie voelde hij en wegens zijn aan Morphy bewezen diensten werd hem bij het verlaten van de Alma Mater het erelidmaatschap aangeboden.

Eerst na afloop van zijn studie werd hij in 1909 lid van het thans 100-jarige, “Discendo Discimus”, waar hij spoedig tot de sterkste spelers behoorde. Ook daar trokken zijn be­stuurscapaciteiten de aandacht en in 1920 werd hij als opvolger van mr. joh. J. Belinfante tot voorzitter gekozen.

Twee jaar later zag men hem aan het hoofd van de (destijds nog) Nederlandse Schaakbond en in 1924 toen op instigatie van hem en de Fransman Paul Vincent als voornaamste initiatiefnemers de F.I.D.E. in Parijs werd opgericht, was hij de eerste president, hetgeen 1ater de inleiding van een 25-jarige ambtsperiode zou blijken. In dat tijdvak is de Wereldschaakbond van een zwak ventje opgegroeid tot een tamelijk stevige jolige man, al zou men hem nog forser wensen. Indien wij echter in aanmerking nemen, dat de schaakmeesters zich aanvankelijk van de F.I.D.E. niets aantrokken en bijv. het wereldkampioenschap als een privé-aangelegenheid beschouwden, mogen wij ons gelukkig prijzen, dat de Wereldschaak­bond thans dit kampioenschap en andere belangrijke internationale wedstrijden regelt.

Overdrukke werkzaamheden noopten mr. Rueb in 1928 twee presidia neer te leggen, nl. het voorzitterschap van de Ned. Schaakbond en dat van Discendo Discimus, het­geen de leden slechts node aanvaardden. Zowel de Ned. Schaakbond als D.D., bood hem als blijk van waardering voor zijn grote verdiensten, het erelidmaatschap aan.

Toen mr. Rueb in 1949 nu toch werkelijk het tijdstip achtte aangebroken om afscheid te nemen van het actieve schaakleven - hij had dit reeds enige malen willen doen, maar telkens had men hem weten te bewegen nog te blijven - werd hij bij acclamatie tot Erevoorzitter van de F.I.D.E. benoemd.

Behalve de practische partij is er nog een tak van het schaakspel, die de bijzondere belangstelling van de jubilaris heeft. Jarenlang heeft mr. Rueb een verzameling van studies aangelegd en alle thema's bestudeerd. Deze arbeid heeft hem gebracht tot het schrijven van een werk, waarvan thans drie delen zijn verschenen en dat onze eindspelredacteur een standaardwerk noemt. Met de heer De Feijter hopen wij van ganser harte, dat het hem gegeven zal zijn dit werk met de delen IV en V te voltooien.

Aan nog een verzameling heeft mr. Rueb met grote liefde gearbeid, nl. de bibliotheek van het Nat. Schaakgebouw. Hij was er in geslaagd vele belangrijke boeken bijeen te brengen, maar helaas heeft de oorlog dit levenswerk vernietigd, hetgeen voor hem een zeer zware slag en voor ons allen een onherstelbaar verlies betekende.

Van zijn werkzaamheid in het maatschappelijke leven vermelden wij ten slotte dat mr. Rueb in 1908 advocaat en procureur bij de Hoge Raad werd, van 1917-1920 secre­taris van het hoofdbestuur van het Nederl. Rode Kruis was, van 1917-1938 plv. voor­zitter van de Raad van Beroep voor de Ongevallenwet en in die periode tevens plv. Kantonrechter en tot 1938 voorzitter van bet Bureau van consultatie in strafzaken.

Gaarne bieden wij de jubilaris onze allerhartelijkste gelukwensen aan, overtuigd dit mede te doen namens alle Nederlandse schakers, en spreken daarbij de hoop uit, dat hij nog vele jaren zal mogen genieten van ons mooie spel.         

 

G.W.J. Zittersteyn.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

In het maartnummer 1959 van het KNSB Tijdschrift verschenen enige artikelen ter nagedachtenis van Mr. Rueb:

Het 1e is van de hand van Slavekoorde, daarna M. Euwe, gevolgd door Selman en nogmaals Slavekoorde.

 

 

 

Een artikel over het nationaal schaakgebouw waar Mr. A. Rueb veel betrokkenheid bij had:

 

Verdere informatie is te vinden in Arves-boek5 waarin ook wordt beschreven het studie-toernooi dat ter ere van A.Rueb werd georganiseerd en duurde van 1984 tot 1990.

 

Partijen van A.Rueb.